Tag archieven: Arzua

Santiago de Compostella

Ik heb net een mailtje naar mijn werk gestuurd. Mijn eigen e-mail-werk-adres. Yes! Ik kreeg een mailtje terug. Dat ik helaas op vakantie ben en dat ik na de vakantie contact op zal nemen. Yes! Vakantie! Vandaag de eerste dag. Brexit interesseert me geen moer. Vakantie. We zijn nog niet weg. We moeten onze eerste bestemming nog bepalen. Ik geloof dat Josien en ik het er nu wel over eens zijn waar de reis naar toe gaat. Naar Spanje. Naar Joke en José. We willen ze zo graag nog een keer zien. Ze wonen in een uithoek van Spanje, ten westen van Santiago de Compostella.

121_2144

Ik heb een foto gemaakt van Josien die het plaatsnamenbordje van Santiago voorbijrijdt. We waren zo enorm gelukkig op weg gegaan die dag. We wisten ineens zeker dat er ‘iets’ was wat ons hielp. Dat zat namelijk zo: De vorige middag waren we aangekomen in Arzua. De Camino was inmiddels gaan lijken op de Kalverstraat. In ons boekje werd een ‘soort-van’ camping genoemd, maar die was niet te vinden. Hoe we ook zochten. We besloten een hotel te zoeken. Maar dat zou ons weldra wanhopig maken. Er was geen hotelkamer te vinden. Ook alle herbergen met stapelbedden waren vol. We hadden honger. We wilden een plekje! Aan eten kom je wel, maar een slaapplek, hoe vind je dat? Arzua, bekend van haar kaas in de vorm van een tietje, was gewoon vol. Helemaal vol. We besloten een stuk terug te fietsen en in het bos ons tentje op te zetten. Maar het geluk was ons ineens welgezind. De vrouw van de bakker, waar we naartoe gestuurd waren, had wat voor ons. Ze bracht ons naar een appartementje met uitzicht over Arzua. Vijfentwintig euro voor een nacht. Sindsdien ben ik soms, een heel klein beetje, gelovig (maar dat mag geen naam hebben).

arzua kaas

Vanuit dat appartementje hadden we Joke gebeld dat we de volgende dag zouden aankomen. Joke en José waren vrienden van Josien d’r grote zus. Zij wilden ons graag ontvangen in Santiago. We waren een beetje verlegen met dat aanbod, maar accepteerden het toch.

Na dat fantastische appartementje in Arzua reden we Santiago in. Wat een triomf! Ik voelde een boost. Geen idee van wat. Maar het stroomde door mijn aderen. Na het bordje Santiago zijn we een stil straatje ingereden en hebben we heerlijk staan zoenen, mijn geliefde en ik. We hadden iets volbracht. Een enorm project. We hadden duizend jaar cultuur opgezogen en we waren een heilige weg gegaan die miljoenen vervulde mensen voor ons ook waren gegaan. We waren echt aangekomen en elke centimeter van ons huis tot aan deze plaats in het uiterste westen van Spanje hadden we gefietst. We hadden geen centimeter overgeslagen.

We vervolgde onze weg. Dat kon maar één kant uit; naar de kathedraal. We kwamen op het plein voor de kathedraal en keken naar het bouwwerk dat we van de plaatjes zo goed kenden. That was it! ‘Jullie moeten Josien en Frits zijn’, hoorden we ineens achter ons. En daar stond Joke! Onze verlegenheid was meteen over want bij Joke voel je je thuis. Ook bij José, maar die was nog aan het werk. Op dat plein voor de kathedraal ontmoette we 50% van de liefste en prettigste mensen van Spanje. Eigenlijk is het een schande dat we zolang zijn weggebleven!

Toch nog even een slag om de arm. Vakantie is vrijheid. Je kunt wel wat plannen, maar dat wil nog niet helemaal zeggen dat het ook gebeurt. Maar…onze intentie is om deze fantastische mensen te gaan opzoeken. We reizen deze keer met de auto…trouwens.