Elma Drayer – Witte schuld; analyse van identiteit denken en antiracisme

Als blanke, sorry witte, heteroseksuele, best goed verdienende, redelijk hoogopgeleide (maar niet boze) man ben ik al een behoorlijke tijd de pispaal van de antiracistische beweging. Zonder dat ik me er kennelijk van bewust ben, stel ik groepen mensen met een gekleurd velletje achter en profiteer ik klaarblijkelijk optimaal van de voordelen die mijn lichte huid biedt. Zo werden mijn betrekkelijk hoge opleidingsniveau, mijn inkomen, mijn baan en mijn huis me zo in mijn schoot geworpen. Ja ja, ik ben maar een bofferd. Dat uiteraard in tegenstelling tot al die lui met een minder lichte huidskleur… Natuurlijk komt racisme voor en moeten we dat bestrijden, maar racisme is niet specifiek voor Nederland. Ook niet voor West-Europa, heel Europa, Afrika of…laten we zeggen…de wereld. Racisme is overal waar mensen zijn omdat mensen zich graag verdelen in wij en zij. Wat betreft racisme, en dat durf ik zonder blikken of blozen te beweren, brengen we het er hier in Nederland best goed af. Maar toch wordt het debat in ons kikkerlandje op hoge toon gevoerd. Elma Drayer, wiens columns ik in de Volkskrant eigenlijk nooit oversla, schreef het boekje Witte Schuld over dit onderwerp. ‘Witte Schuld’ is ongetwijfeld een knipoog naar het boek ‘Witte Onschuld’ van Gloria Wekker. Over dit gedrocht van onze professor heb ik het al vaak gehad hier op mijn website. Niet alleen daarom heb ik het boekje van Elma Drayer gelezen; ik was ook erg benieuwd hoe ze haar mening over dit onderwerp onderbouwt en systematiseert

Ze bespreekt een aantal onderwerpen die samen een goed beeld geven van de controverse op dit moment rond identiteits denken en de antiracismebeweging. Ze begint met een hoofdstuk ‘Het kereltje’. Het kereltje is Zwarte Piet. Met dit figuur werd de discussie landelijk op scherp gezet. Mensen in Nederland vinden al jaren dat Zwarte Piet onlosmakelijk verbonden is aan het Sinterklaasfeest. Al draagt Zwarte Piet een zwarte krulletjespruik, is zijn gezicht zwart gemaakt, heeft hij dikke lippen en praat hij met een vet Surinaams accent, de intentie was nooit racistisch. Daarentegen werd het wel door een groep mensen als racistisch ervaren. De stelling Zwarte Piet = Racisme samen met demonstraties die het voor kinderen ineens niet meer veilig maakte bij intochten van Sinterklaas, zorgden voor heel veel onrust en wederzijds onbegrip.

Vervolgens stelt ze in het hoofdstuk ‘Onwelgevallige opvattingen’ de cancel-cultuur ter discussie. Hoe, vooral aan universiteiten, het onmogelijk wordt gemaakt om een mening te verkondigen tegen het identiteits denken in. Al snel wordt iemand weggezet als racistisch of islamofoob. In het hoofdstuk ‘Taalzuiveringen’ zegt het begrip ‘niet-Zwarte mensen van kleur’ om vermeend gediscrimineerde mensen aan te duiden uit islamitische landen, haast al voldoende over hoe doorgeschoten de voorstellen zijn om taal te veranderen. Ook het woord ‘slaaf’ dat op zichzelf al drama genoeg herbergt krijgt een make-over en wordt het spuuglelijke ‘tot slaaf gemaakte’. Desalniettemin laat ze ook  zien dat taal er wel degelijk toe doet.

Een hoofdstuk dat mij diep geraakt heeft is ‘De zogenaamd zielige witte Jood’. Waar je zou verwachten dat mensen die zich op dit moment gediscrimineerd en racistisch bejegend voelen zich in zouden zetten en solidair zouden verklaren met de joden die zo verschrikkelijk geleden hebben onder rassenwaan, is hier helemaal geen sprake van. Integendeel. Het leed wat de joden is aangedaan tijdens de tweede wereldoorlog wordt zonder meer weggestreept tegen het leed dat de zwarte wereldbevolking is aangedaan tijdens de trans-Atlantische slavernij. Bovendien worden joden die de oorlog overleefden gezien als ‘witte’ mensen die erop uit zijn om ‘zwarte’ Palestijnen te onderdrukken. Nederlandse joden worden vereenzelvigd met de staat Israël. Kortom, het antisemitisme bloeit en groeit binnen een beweging waar je het tegenovergesteld verwacht.

In ‘Het giffabriekje’ gaat Drayer dieper in op het omgekeerd racisme; mensen met een kleurtje die een positie verwerven in de maatschappij en dan worden weggezet als mensen die aan de leiband lopen van het witte establishment. Dat witte establishment kan het eigenlijk nooit goed doen en daarom worden getinte mensen gezien en behandeld als verraders. Het meest duidelijk kwam dat naar voren in de tweede kamer waar de fractie van Denk filmpjes opnamen en verspreiden van hun islamitische collega’s die in hun ogen, anti-islamitische of anti-Turkse maatregelen ondersteunden. De gevolgen waren voor de getroffen kamerleden enorm.

Al met al een goede analyse van identiteits denken en antiracisme. In mijn ogen zijn veel facetten van het identiteits denken en de denkbeelden van de antiracisme beweging puur racistisch van aard. Of Elma Drayer deze conclusie ook trekt uit haar analyse, weet ik niet.

Een mooie bijdrage aan de discussie, vind ik.