Prijsuitreiking: de Frits L. literatuurprijs 2020

Nu ervaar ik voor het eerst hoe ingewikkeld jureren is. De afgelopen jaren liep ik achter de feiten aan en was mijn jurering slechts kritiek op wat al gedaan was. Maar dit jaar, door dat afgrijselijke virus dat iedereen in z’n greep houdt, is de prijsuitreiking van de Libris Literatuurprijs uitgesteld en is het me gelukt om de boeken uit te lezen voordat de ‘echte’ jury haar oordeel uitspreekt. En echt, het valt niet mee. De verantwoordelijkheid drukt zwaar op me. Ik ga een oordeel geven over boeken die anderen op een lijstje hebben gezet. Hoe ga ik te werk? Daar begint het al…hoe ga ik te werk? Geen idee, dus. Als beste stuurman op de wal las ik gewoon de boeken en dat was dat; de meest boeiende bovenaan en de minst aansprekende onderaan. Dat was makkelijk! Laat ik voor mezelf beschrijven hoe ik de boeken ga beoordelen:

Ik vind dat de winnende roman met vakmanschap geschreven moet zijn. Bij romans is dat taalbeheersing. De zinnen moeten vlotjes lopen. De taal moet helder zijn. Aan de andere kant…enkele jaren geleden vond ik een roman van Connie Palmen best goed (niet mijn winnaar) en daar was de taal helemaal niet helder; het woordenboek hield ik tijdens het lezen bij de hand. Beoordelingscriteria zijn kortom nooit absoluut. Aan de andere kant vind ik wel dat er originaliteit moet zitten in het taalgebruik. Als clichés me gaan opvallen dan zakt de roman door zijn hoeven. De winnende roman moet mijn blikveld verruimen; de roman moet mijn kijk op de wereld veranderen of verbreden. Wat ik ook belangrijk vind is dat ik de innerlijke roerselen van de personages kan volgen of me ermee kan identificeren. Er moeten spanningsbogen in zitten die het me haast onmogelijk maakt om niet verder te lezen. Het moet een lekker boek zijn om te lezen. Erg objectief is het allemaal niet, geef ik toe en absoluut – voor zover dat al mogelijk zou kunnen zijn – zijn de criteria ook niet. Maar, denk je dat het bij de ‘echte’ jury anders zit? Ik denk dat dus niet… Het lijstje boeken waar het om gaat:

Nachtouders van Saskia de Coster.
De hoogstapelaar van Wessel te Gussinklo.
Zwarte schuur van Oek de Jong.
Uit het leven van een hond van Sander Kollaard.
Liefde, als dat het is van Marijke Schermer.
Vallen is als vliegen van Manon Uphoff.

De laatste plaats is wat mij betreft het makkelijkst. Dat is Nachtouders van Saskia de Coster. Ik begrijp al niet hoe dit boek op de shortlist terecht is gekomen. Niet altijd lekkere zinnen. Dat kan natuurlijk aan het Vlaams liggen, maar dat denk ik dus niet; ik heb genoeg Vlaamse boeken gelezen waar de zinnen vlotjes naar binnen vloeiden. Een autobiografisch boek geschreven door een mannenhaatster. Wat voor beeld moet zoonlief krijgen van zichzelf als man, als hij leest dat zijn pa zich in het bezemhok van het ziekenhuis heeft moeten aftrekken om hem te verwekken… Dat maakt het voor mij – man – dus onverteerbaar om te lezen.

De op één na laatste plaats is ook nog makkelijk: De Hoogstapelaar van Wessel te Gussinklo. Heus, een knap geschreven roman, daar wil ik niets aan af doen. Maar wat is de hoofdpersoon een verschrikkelijk persoon. Arrogant, denigrerend, beter-wetend, een lege huls. En het blijft maar doorgaan in die roman. Na bladzijde vijftig wil je de hoofdpersoon al voor zijn bek slaan en op pagina honderd heb je het helemaal met hem gehad. Maar dat boek gaat vijfhonderd pagina’s door! Geliefde J. smeekte me om de roman terzijde te leggen, ik werd er zwaar chagrijnig van… Heb ik uiteraard niet gedaan; ik heb de beker tot de laatste bittere druppel leeg gedronken.

Dan blijven er vier romans over en eerlijk gezegd heb ik echt moeite om daarin een volgorde aan te brengen. Alle vier hebben ze me veel gebracht. De volgorde zegt niets over de kwaliteit. Het gaat om nuances. In mijn recensies op deze site scoorden ze alle vier heel erg hoog.

Toch zet ik op de vierde plaats Vallen is als vliegen van Manon Uphoff. De taal in de roman is ronduit vernieuwend. Ze benadert incest en seksueel misbruik op een manier die je laat voelen hoe het is: Overkomt het de hoofdpersoon wel of niet? Duidelijk is dat het de hoofdpersoon wel overkomt maar het zou ook niet zo kunnen zijn. Dat maakt de roman waanzinnig sterk. Ook de gevolgen van misbruik worden zichtbaar. De vernieuwende sterke kant van de roman maakt het ook wat taaier om te lezen. Daarom op mijn vierde plek.

Op de derde plaats zet ik Zwarte Schuur van Oek de Jong. Een indringende roman over een immer aanwezig maar weggedrukt verleden. Spannend hoe dat verleden naar boven komt. Uitermate boeiend geschreven; ik heb het in één ruk uitgelezen. De mogelijkheid om je te Identificeren en in te leven in de hoofdpersoon ging als vanzelf en was heel sterk. Misschien één zwakker puntje; de hoofdpersoon zet zich neer als een onweerstaanbare vrouwenverleider. En voor dat verleiden hoeft hij geen enkele moeite te doen; vrouwen komen als vliegen op de stroop (de hoofdpersoon, dus) af. Wellicht dat mijn jaloezie Oek de Jong de eerste prijs ontzegt…

Op mijn tweede plaats komt Uit het leven van een hond van Sander Kollaard. Een fantastische roman die je weer leert wat het leven aan liefde herbergt. Iedereen wordt met liefde en respect benadert, op een enkele uitzondering na. Wat ik in mijn recensie vergeten ben te vertellen, maar hier dus nog even rechtzet, is zijn bezoek aan dementerende ex-collega Maaike met wie hij een seksuele relatie heeft gehad. Met zoveel liefde en respect beschreven dat je er ontroerd van raakt. Helaas moet ik kiezen en daarom is dit pareltje op de tweede plaats gekomen en niet op de eerste.

And the winner is…. Liefde, als dat het is van Marijke Schermer. Een fantastische analyse van de liefde in al haar verschijningsvormen. Een roman die regelmatig pijn doet aan je ziel en daarmee de complexiteit van gevoelens blootlegt. De roman stelt wel vragen maar geeft niet altijd antwoorden, want dat kan niet als het om gevoelens gaat. Waarom gaat de vrouw een sado- masochistische relatie aan? Geen idee. Het beste zal me de consternatie bijblijven van de puberdochter die per ongeluk de appjes leest die moeder en minnaar naar elkaar sturen. De volkomen ontreddering. Echt een terechte winnaar. Als ik toch nog wat kritiek zou mogen uiten: De titel, die had wel wat beter en origineler gemogen.

Mijn definitieve lijst:

1) Liefde, als dat het is van Marijke Schermer.
2) Uit het leven van een hond van Sander Kollaard.
3) Zwarte schuur van Oek de Jong.
4) Vallen is als vliegen van Manon Uphoff.
5) De hoogstapelaar van Wessel te Gussinklo.
6) Nachtouders van Saskia de Coster.

En nu maar afwachten wat de ‘echte’ jury vindt!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *