De mariniers en het proces

Ik heb er best naar uitgezien, dat proces over de afloop van de laatste treinkaping in Nederland, maar het is een tegenvaller. Gelukkig heeft het hele proces weinig nieuwswaarde en wordt de ellende niet breed uitgemeten. Het gaat namelijk helemaal niet over datgene wat het interessant zou maken; was er opdracht gegeven om alle kapers standrechtelijk te executeren. Dat is interessant omdat standrechtelijk executeren niet mag van de wereld. Een oorlogsmisdaad. En omdat destijds – de nu zich tot antisemiet ontpopte – Van Agt de verantwoordelijke minister was, hoopte ik dat hij verantwoordelijk was voor dat heel erg foute dienstbevel. Ik wilde niet dat de mariniers voor de rechter werden gebracht maar Van Agt. Maar Van Agt staat niet voor de rechter maar de mariniers moeten wel getuigen.

Het proces sleept zich voort. Ik volg de verslagen in de Volkskrant. Er lijkt helemaal niets nieuws onder de zon. Gewapende kapers en een bevrijding. Bij de bevrijding ging van alles goed en ook wat mis. Zoals eigenlijk overal wel wat mis gaat. Hier kostte het mensen hun leven. De mensen die werden doodgeschoten hadden uiteindelijk gekozen voor het risico dat het hun het leven ging kosten. En die fouten…met dat doodschieten. In hoeverre waren dat wel fouten? Als je als stoere ijzervreter een trein bestormt waar gewapende mensen zitten waarvan je het vermoeden hebt dat ze op jou gaan schieten, dan kan je weinig humaans verwachten, denk ik. Als je met doodsangst in je lijf zo’n klus moet doen, dan is het heel moeilijk om elke stap die je doet rationeel te overwegen. Daarom denk ik dat dit proces, nu het er toch van gekomen is, niet gevoerd had moeten worden. Ik kom terug op mijn eerdere standpunt dat ik vond dat er recht moest worden gedaan aan de standrechtelijk geëxecuteerde kapers. Dit proces kent alleen maar verliezers.

De grootste verliezers zijn de familieleden van de omgekomen kapers. Ze krijgen nu veel meer te horen dan goed voor hun is. Wat je kind of je zus of je geliefde ook gedaan heeft, je hebt het recht om van hem of haar te blijven houden. Het is verschrikkelijk om te horen hoe jouw geliefde familielid is omgebracht. Of het nou terecht of onterecht was; de details zou je niet moeten willen weten. Die krijgen ze nu wel. Ik heb met ze te doen. Ook met de mariniers van destijds heb ik te doen. Ook zij zijn verliezers. De mannen die met ware doodsverachting die trein bestormden. En hoewel het vast keiharde mariniers waren, zullen ze met de dood in hun lijf naar binnen zijn gestapt. In de trein moest de strijd in luttele seconden gestreden worden; wat voor beslissingen kan je dan nemen? Tijdens dit proces van niets moeten ze zich herinneren wat ze – in hun van doodsangst en adrenaline vervulde lijf – gedaan en gezegd hebben. Na veertig jaar. Dat kan helemaal geen betrouwbare getuigenis opleveren. Die verklaring is vervormd door veertig jaar herkauwen op die bevrijdingsactie en door de chemische stoffen die het lichaam aanmaakt als je in een zo penibele situatie terecht komt.

Het proces beweegt zich tussen nietes-welles en heel veel verdriet, als ik het verslag in de Volkskrant lees. Jammer. Wat ik graag zou willen weten is hoe het verhaal in de lucht is gekomen dat er een instructie van bovenaf was om alle kapers te doden. Dat is het meest wezenlijke van de zaak. Dat de kapers het risico namen om het niet te overleven, wordt gelukkig door niemand bestreden. Ook niet door de mensen die hen liefhadden.