Oefenen met salades

Er zijn mensen die veel dikker zijn dan ik, die veel ongezonder eten dan ik, die zuipen en roken, maar die uiteindelijk toch gezonder zijn dan ik. Dat is onrechtvaardig, maar het is zo. Mijn lichaam kan niet meer omgaan met suikers. Om suikers goed in je lijf op te nemen, heb je insuline nodig, maar op de één of andere manier is dat bij mij helemaal in de war geraakt. Door slecht en ongezond eten, zegt de één, maar ik blijf erbij dat het domme pech is. Natuurlijk ben ik een lekkere eter. Mij hoor je dat niet ontkennen. Ik word van elk smaakje enthousiast en ben nieuwsgierig naar elk mondgevoel. Van rauwe oesters tot slijmerige yoghurtsoorten, van doerian tot pepers; ik ben bereid om bijna alles te proeven. Het kookboekenoeuvre van banketbakker Holtkamp ken ik van buiten. Eten is één van mijn lusten in mijn leven. Ik probeerde altijd gematigd te blijven in de hoeveelheden. Dat ging heus weleens mis, maar over het algemeen was ik de gematigdheid zelve.

Toen ik enkele jaren geleden ineens dagelijks moeite kreeg om fietsend thuis te komen, raakte ik gealarmeerd. Op de fiets wilde het ineens niet meer. Vlak bij huis kreeg ik de trappers niet meer omlaag. Ik zweette, ik trilde en ik voelde me beroerd. Dacht ik eerst nog dat ik gewoon moe was, later kon ik dat gewoon niet meer geloven; zo moe kan een mens niet zijn. Ik dacht dat ik een ernstige ziekte onder de leden had en verwachtte mijn einde binnen no-time. Dat was een goede reden om niet naar de dokter te gaan. Zij zou alleen maar bevestigen dat mijn dood nabij was; en wat niet weet, wat niet deert, redeneerde ik. Maar op den duur was dat niet vol te houden en na wat onderzoek bleek dat mijn bloedsuikerspiegel de oorzaak was van het leed. Aan het eind van de middag op de fiets was hij zo laag dat het redelijk gevaarlijk was terwijl mijn bloedsuikerspiegel de rest van de dag weer veel te hoog was. Ik kreeg pillen om de spiegel te verlagen en ik at een boterham voordat ik naar huis ging fietsen om te zorgen dat ik ons huis haalde. En dat hielp. En ik nam een suikerarm dieet. Bijna suikerloos, maar taart en gebak en snoep en frisdrank en zoet fruit liet ik staan. Desalniettemin, bleef de gemiddelde suikerspiegel stijgen en met een te langdurige hoge suikerspiegel loop je risico dat je bloedvaten dichtslibben. Daarom een pilletje. Maar dat ene pilletje werden er twee en twee pilletjes werden er drie. Toen een ander pilletje ernaast en daarna nog zo’n ander pilletje erbij. Ik werd kortom een pillenslikker. Maar ook al dat pillenslikken lijkt nu niet meer genoeg. De spuit moet eraan te pas komen. Een injectiespuit met insuline. Dat vind ik niet niks en ik ging voor advies naar mijn huisarts.

Zij was heel erg enthousiast over een nieuwe behandelmethode. Een nieuw dieet dat diabetes niet alleen kan verminderen, maar zelfs zou kunnen genezen. Helemaal genezen? Vroeg ik haar of moet ik dat dieet dan levenslang vol gaan houden. Levenslang moet ik heel voorzichtig blijven met suikers, maar op den duur kan het dan wel weer wat minder met dat dieet. Maar voorlopig geen boterhammetjes meer en geen aardappels, rijst of pasta. Ik moet de koolhydraten laten staan. Mijn lichaam moet een algehele suiker- c.q. koolhydratenpauze krijgen. Dat vraagt nogal wat van je. En…geloof ik daar wel in? Mijn huisarts heeft ervoor doorgeleerd, dus ik moet haar wel geloven. Maar geloven en geloven is twee. Ga ik het volhouden. Eigen gemaakte maaltijdsalades mee naar mijn werk in plaats van eigen gebakken brood.

Na de vakantie ga ik het experiment aan. Nu oefen ik met salades. Want bij Frits moet het natuurlijk wel lekker zijn!