Gekozen door een minderheid

Een klein maandje geleden schreef Derk Jan Eppink een opinieartikel in de Volkskrant waarin hij beweerde dat Hilary Clinton de arbeidersklasse was kwijtgeraakt en dat dat de reden was waardoor Trump haar in de verkiezingen verslagen had. Ik bestreed dat. Ik vind dat het ligt aan een fout kiesstelsel. In Amerika heeft men namelijk een stelsel waarbij niet per se de kandidaat wint die de meeste kiezers achter zich krijgt. In Amerika telt niet elke stem. Ik vind dat fout en velen vinden dat fout. Ik schreef daar een ingezonden brief over naar de Volkskrant en kreeg een berichtje terug van Derk Jan Eppink. Hij schreef mij dat Clinton nou eenmaal verloren heeft in een systeem dat telt. Daar was ik het me eens. Vervolgens schreef hij dat er federaal evenwicht moest zijn en dat daarom een stem in de grote lege staten veel zwaarder weegt dan in de dichtbevolkte staten. Dat vind ik achterhaald want de president is de president van alle Amerikanen. Als er een vertegenwoordiging zou moeten zijn per staat of land, zoals bijvoorbeeld in het Europees parlement, dan moet er per land een goede invloed mogelijk zijn en dan gelden andere regels. Kies je één persoon met z’n allen, dan zou iedere stem even zwaar moeten wegen. Daarom heeft Hilary Clinton geen verkiezingen verloren maar hem juist met overmacht gewonnen; het kiesstelsel zat haar dwars.

In de twintigste eeuw is het nu twee keer voorgekomen dat een president door een minderheid van de bevolking gekozen werd; de eerste keer was het een ramp voor de wereld. George W. Bush. Je mag gerust beweren dat hij IS heeft uitgevonden en dat hij Syrië en Irak heeft vernietigd. Ik zie Bush nog staan op dat vliegdekschip temidden van mariniers en andere vechtjassen in de oorlog tegen Syrië. Ik hoor nog hoe hij na een korte maar hevige strijd de overwinning opeiste. Inderdaad was de toenmalige leider van Irak foetsie en was het reguliere leger verslagen. En inderdaad waren duizenden Iraakse dienstplichtige soldaten om het leven gebracht en inderdaad had Amerika geen verliezen geleden. Op dat moment. Maar wat daarna volgde was een ongekende guerrilla. Meedogenloos. Duizenden Amerikaanse soldaten en Irakese burgers kwamen alsnog om. De Iraakse staat was arrogant vernietigd zonder dat er een plan was hoe hem opnieuw op te bouwen. Een ramp voor Irak, een ramp voor Amerika en een ramp voor de wereld. George W. Bush. Aan de macht gekomen na een verkiezingsstrijd die hij won/verloor van Al Gore. Met een minderheid van stemmen.

Nu dus Donald Trump. Was het verschil tussen Bush en Al Gore een slordige half miljoen stemmen, het verschil tussen Donald Trump en Hilary Clinton bedraagt maar liefst een slordige drie miljoen stemmen. In Nederland zou dat een klinkende overwinning zijn geweest voor Hilary Clinton. Niemand zou er meer over twijfelen. Donald Trump zou zijn mond niet meer durven opendoen; de verkiezingsnederlaag was zo groot geweest; niemand die meer twijfelde aan de legitimiteit van president Hilary Clinton. Maar zo gaat dat niet in Amerika. Door een achterhaald kiesstelsel zitten ze (maar ook ‘we’) met een president waar je het ergste van mag vrezen. Voor de tweede keer in de eenentwintigste eeuw zit de wereld vast aan een president van Amerika die niet echt gekozen is. Voor de tweede keer in de eenentwintigste eeuw mag de wereld vrezen voor haar voortbestaan. Een narcistische gek op de presidentstroon…

Derk Jan Eppink, wellicht hadden de Founding Fathers gelijk toen ze in de achttiende eeuw het kiesstelsel in Amerika ontwierpen, maar nu lijkt me het systeem volkomen achterhaald en – niet onbelangrijk – een bedreiging voor de wereld.