Een beetje nationale trots

De geschiedenis beoordelen naar de maatstaven van nu, ik weet het niet. Of je dat kunt doen heeft te maken met hoe lang geleden iets is gebeurd maar ook hoe we er destijds en door de geschiedenis heen, tegen aangekeken hebben. De nationale trots speelt daarbij ook een rol. Een natie wordt voor een deel bijeengehouden door een gezamenlijke geschiedenis. Gebeurtenissen in die geschiedenis worden geïnterpreteerd in termen van goed en kwaad terwijl dat eigenlijk niet kan; gebeurtenissen kunnen niet goed of kwaad zijn. Ik denk dat Italianen trots zijn op hun Romeinse verleden. Ik vind dat Italianen op die erfenis best trots mogen zijn ondanks dat de romeinse overheersing gepaard ging met eindeloos veel geweld, slavenhandel en extreem wrede straffen.

Een ander verhaal is het nazi-regiem in Duitsland. Het vervult Duitsland nog steeds met diepe schaamte. Het vervult een groot deel van de wereld met diepe afschuw. Dat Hitler toch maar mooi voor een fantastisch wegennet zorgde, is ook waar, maar blijft in de schaduw omdat men al het afschuwelijke veel belangrijker acht. Zo nemen de Italianen het gebruik van de Romeinen om mensen aan een kruis te spijkeren voor lief en doet het niets af aan de Italiaanse trots.

In Nederland hadden we de VOC. De VOC zorgde voor ongekende rijkdom in het Nederland van toen. Dat gebeurde in een periode waarin Nederland voor een belangrijk deel bepaalde waar het in Europa naartoe ging. Nederland werd een republiek zonder vorst aan het hoofd. Ongekend. Er was sprake van een parlement die de regering controleerde. Niet te vergelijken met zoals het nu gaat, maar de kiem werd toen zichtbaar. Alle Nederlanders konden rijk worden door de VOC. De VOC gaf aandelen uit en daarmee werd iedereen die een aandeel kocht voor een stukje eigenaar van de VOC. En, naar verluidt, kocht iedereen aandelen. Van keukenmeid tot burgemeester. Sloebers uit heel Europa trokken naar Amsterdam op zoek naar een beter leven. Maar ook godsdienst vervolgden vonden hier een goed heenkomen. Neem de joodse gemeenschap, die kwam in Amsterdam tot volle bloei. Ook de kunsten bloeiden. De schilderijen die toen gemaakt werden vormen tot op de dag van vandaag wereldwijd het gesprek van de dag. Dat alles was echt onmogelijk geweest zonder de VOC. Ik heb geleerd om trots te zijn op de VOC en op de zeventiende eeuw. Ik ben dat ook. Ik voel me erfgenaam van mensen die toen buitengewoon goed gepresteerd hebben. Dat gevoel is helemaal legitiem. Vanaf de lessen vaderlandse geschiedenis op de lagere school is me dat bijgebracht en daar is helemaal niets mis mee.

Op dit moment lijkt er alleen nog maar oog te zijn voor alles wat er niet goed was aan de VOC. De oorlogen tegen de bevolking van Indonesië, de slavenhandel of het handelen met voorkennis. Het wordt op dit moment allemaal onder een vergrootglas gelegd. Mensen die eeuwenlang helden waren worden nu, vierhonderd jaar later, weggezet als oorlogsmisdadigers. Ik vind dat veel te ver gaan. Natuurlijk was Jan Pieterszoon Coen geen lekkertje, maar zijn veroveringen hebben hem wel tot nationale held gemaakt. Vergelijkbaar met keizer Augustus. Maar om nou bijvoorbeeld de Coentunnel te willen hernoemen zoals gekkie-partij DENK wil, dat gaat wel heel ver.

In Den Haag de zoveelste kritische tentoonstelling over de VOC. Ik weet niet of ik erheen wil. Een beetje nationale trots vind ik wel lekker.