Allemaal dood

Ik heb er moeite mee dat de tweede wereldoorlog en de Jodenvervolging voor mijn zonen heel gewone geschiedenis is. Dat ze niet voelen dat de geschiedenis van de Jodenvervolging iets meer met hun te maken heeft. Omdat ik een joodse moeder heb. En een joodse oma had die wonder boven wonder is teruggekeerd uit Auschwitz. Dat ik een biologisch opa had die vermoord is, en een ‘echte’ opa had die als Amsterdammer rap Fries sprak omdat hij in Friesland ondergedoken heeft gezeten. Dat telt voor mijn zonen nauwelijks. Het is het verleden; het verre verleden. De hertog van Alva, Johan Rudolph Thorbecke of Joop den Uyl betekenen voor hun net zoveel als de tweede wereldoorlog met de moord op een groot deel van hun voorouders. Daarbij komt dat mijn bèta-mannen geschiedenis zo’n beetje het saaiste vak vinden wat er op de middelbare school gegeven werd; geef hun maar sommen; zelfs sommen die een normaal mens niet kan oplossen, vinden zij leuker dan geschiedenis. Het doet mij pijn, merk ik, meer dan ik wil.

Ik vraag me af of ik het allemaal te veel push. Misschien ben ik te opdringerig en zetten ze hun hakken in het zand. Op school werd bij mijn zonen het Dagboek van Anne Frank behandeld. Daar raakte ik destijds enthousiast over. Ik wilde mijn mannen van alles vertellen. Als opdracht van school moesten ze het dagboek lezen. Dat dagboek waarvan iedereen zegt dat het door een geniaal meisje geschreven is. Het dagboek dat in zo’n beetje alle talen vertaald is. Kortom, de wereld houdt van het Dagboek van Anne Frank. Maar mijn zonen lazen ‘Lieve Kitty’ en dat waren meteen de laatste woorden die ze lazen. Een meidenboek. Had dus niets met hun belevingswereld te maken. Klaar uit. Voor dat meidengezever hadden ze geen geduld. Ze sloegen het dagboek dicht en hebben het alleen beroepshalve (ze waren scholier) weer geopend. Met tegenzin. Dat het op school verplichte kost was, oké, maar dan wilden ze er ook niet nog eens thuis mee lastig gevallen worden. Daar zat deze pappa met al zijn leuke verhalen.

Pasgeleden stuurde mijn moeder mij een link naar het pas opgerichte Joods Monument. Meteen zocht ik mijn biologische grootvader op. Zijn ‘grafsteen’ had mijn moeder al helemaal opgetuigd. Hoewel ze haar vader nooit gekend heeft, speelt hij een grote rol in haar leven. De link naar de grafsteen van mijn biologisch opa stuurde ik naar mijn zoons. Ik vroeg er gisteren naar. Ja, ze hadden mijn mailtje voorbij zien komen. Ze lachten meewarig; aan dat soort dingen gingen ze geen aandacht besteden… Een beetje triest word ik daarvan.

Oké, wat betreft de tweede wereldoorlog en de jodenvervolging zijn mijn volwassen zoontjes niet perfect. Voor de rest zijn ze mijn licht, mijn leven en mijn alles en zijn ze inmiddels verantwoordelijke wereldburgers geworden die het hunne willen bijdragen aan het heil van de mensheid. Omdat ik het Joods monument niet kwijt kan bij mijn zoons, dan maar op mijn blog. Wie weet kijken anderen ernaar!

Het Joods Monument

Mijn biologische opa

Allemaal dood. Maar mijn zoons leven…en hoe!