Jeroen Bosch in het Prado van Madrid

Jeroen Bosch maakt mij blij. Ondanks zijn duivelse en afschrikwekkende schilderijen, geeft hij mij een gevoel van onschuld. Dat heeft met Floris te maken. De serie Floris waarin Jeroen Bosch een rol speelt. Ik heb daar al eerder over verteld. Sindsdien heeft Jeroen Bosch iets te maken met mijn persoon van toen. Meester Bosch moest een besteld schilderij naar Filips de Schone brengen en werd daarin gedwarsboomd door Lange Pier. Gelukkig werd Jeroen Bosch beschermd door de zwaardvechtkunst en moed van Floris. Met de slimheid van Sindala werd Jeroen Bosch uiteindelijk uit de klauwen van Lange Pier gered.

Die eerste kennismaking met Jeroen Bosch heeft bij mij goed wortel geschoten..

Gisteren was er een documentaire op de televisie. Daarin werd verslag gedaan van een groep Nederlandse onderzoekers. Zij nemen al het werk van Jeroen Bosch nog eens onder de loep. Een groot deel van de documentaire speelde zich af binnen de muren van het Prado in Madrid. Hier hangen de meeste schilderijen van Bosch. De conservator van het museum werd niet erg gunstig afgeschilderd. Een beetje als een starre, dikkige kloek, die alles beter wist en die ‘onze’ onderzoekers onterecht buiten de deur hield.

Pilar Silva, de Spaanse conservator, zei de enige dingen over het werk van Jeroen Bosch die er echt toe deden. Ze wees op de hel en zoals Bosch die schilderde. Met laaiende vuren en grote verduistering door rook en die beangstigende gloed. Ze vertelde dat Jeroen Bosch als jongetje getuige was geweest van de grote brand in Den Bosch. De brand die het grootste deel van Den Bosch in de as legde. Ze kon duidelijk maken wat voor invloed dat gehad moet hebben op het leven en het werk van Bosch. Die levendige hel die hij schilderde, had hij voor een groot deel uit eigen ervaring. Dat is informatie waar ik wat aan heb en die het me mogelijk maakt om het werk van Bosch beter te begrijpen!

Verder werd in de documentaire eigenlijk niets belangrijks gezegd over de hand van de meester. Jammer, want ik had me daar erg op verheugd. Wat je wel zag, waren onderzoekers die met een vergrotingsbril voor hun ogen hun neus haast tegen de panelen drukten. In stilte leken ze te genieten van al het moois dat ze konden zien.

De Spaanse curator schilderde ze echter af als een soort ambtenaren die rechtlijnig bepaalden of iets al of niet een Bosch was. Dat beeld klopte ook; de onderzoeksgroep probeerde met eenduidige criteria de werken te bekijken…. Pilar Silva leek meer te geloven in het gevoel. Pilar Silva en de Nederlandse onderzoeksgroep hadden weinig respect voor elkaar.