Column van Arnon Grunberg

Ik lees de ‘Voetnoot’ van Arnon Grunberg dagelijks. Dagelijks herinner ik me dat Grunberg geweldige romans heeft geschreven en ongetwijfeld nog zal schrijven. Dat troost me als ik teleurgesteld ben over zijn column. De columns van Grunberg zijn doorgaans slecht. Er is geen touw aan vast te knopen. Hij bazelt wat en dat is dat. Ik heb een tijd gehad dat ik dacht dat mijn denkraam niet groot genoeg was; dat ik ze niet begreep, die columns, maar daar ben ik vanaf gestapt; Grunbergs columns zijn slecht. Vaak grootdoenerij, vaak onsamenhangend. Meestal wordt niet duidelijk waar hij naartoe wil. Ik ben geen fan van de columns van Arnon Grunberg.

Vandaag lijkt hij een redenering neer te zetten. Met heuse argumenten. Die argumenten lijken ergens heen te voeren, maar dan komt Grunberg bij een conclusie…Geen idee hoe hij daaraan komt. Zijn conclusie heeft weinig met de argumenten te maken.

Grunberg schrijft over een artikel van Peter de Waard vrijdag in de Volkskrant. Wat beweert De Waard: Als economie de wetenschap van de schaarste is, dan heeft die wetenschap het moeilijk, want er is geen schaarste meer. Grunberg beantwoordt deze stelling met dat het menselijk verlangen algemeen is. Dat er altijd verlangen is en dus dat er altijd schaarste is. Een redenering die ik nog wel kan volgen. In tegenstelling tot Peter de Waard ziet Grunberg een glorieuze toekomst voor de wetenschap economie omdat er schaarste was, is en altijd zal blijven. Is er geen schaarste aan geld, dan wel aan iets anders… Ik vraag me af of Peter de Waard ergens anders over schrijft dan geld…

Peter de Waard zou ook beweerd hebben dat doordat er geen schaarste is, maar wel overvloed, mensen zich moeten leren verweren tegen bedrog en manipulatie; anderen zullen altijd uit zijn op die overvloed. Vanaf dat moment ontspoort Grunberg, want hij stelt dat mensen zich dus moeten verdedigen tegen taal. Dat lijkt op geen enkele manier in overeenstemming met De Waards bewering. Grunberg gaat echter vol door op deze foute aanname. Bovendien komt hij daardoor (hoe, is volkomen duister) op de zieke stelling dat taal ontstond omdat mensen, zonder toepassing van fysiek geweld, over elkaar macht willen uitoefenen. Hij eindigt met het stellen dat mensen elkaar altijd aan het manipuleren zijn.

Het is zo simpel. Peter de Waard beweert dat doordat we in overvloed leven, er altijd kapers op de kust zijn, en dat we ons daartegen moeten leren verdedigen. Niets meer en niets minder. Heeft helemaal niets te maken met taal als zodanig. Bij vrijwel elk menselijk handelen gebruiken we taal; dat is niet beperkt tot manipulatie of bedrog. De stelling dat we zijn gemaakt om te manipuleren, is erg ver gezocht. Volgens mij manipuleer ik mijn geliefde niet als ik haar vraag of ze lekker geslapen heeft…

Afgelopen zomer heb ik ‘De man zonder ziekte’ gelezen. Zo’n sterke roman! Die columns…ik ben er geen fan van. Ik gun Grunberg zijn inkomsten, maar hij bezoedelt zijn eigen naam.

Waarom lees ik die column eigenlijk? Omdat ik zo van zijn romans hou!