De helpende hand van Erdogan

Stel, je leven is mislukt. Tenminste op een bepaald moment in je leven, denk je dat. Laat ik een voorbeeld bedenken…Je zit op je werk en wordt bij je baas geroepen. ‘Sorry’, zegt je baas: ‘we vinden je best een geschikte gozer, maar we hebben een betere gevonden dus, ajuu.’ Zo’n dag dus. Je loopt naar huis om aldaar de gemoederen met een stevig glas te verzachten, maar… je huissleutel past niet meer. ‘Sorry’, zegt je geliefde: ‘Je was best een geschikte lover, maar nu heb ik de lover van mijn leven gevonden. Maar…’ voegt je ex-geliefde er nog aan toe: ‘we kunnen best vrienden blijven…’. Zo’n dag, dus.

Dan zoek je de plek waar jouw zelfmoord nauwelijks mislukken kan. De brug over de Bosporus, bijvoorbeeld. Voor ons een eind weg, maar wie zei dat ik het over ‘ons’ had? Goed, je stapt over de reling en terwijl je op het punt staat om je in het peilloze te laten vallen, ga je denken: ‘Is ze het wel waard? Er zijn nog vier miljard andere vrouwen op de wereld…’. Of: ‘Het is maar werk. Het zit een beetje tegen, maar ik heb zo weer nieuw werk gevonden.’ Het zijn clichés, maar wie zegt dat clichés niet helpen? Het resultaat is in ieder geval dat je nog steeds aan de verkeerde kant van de reling van de brug boven de Bosporus hangt en dat je de grote sprong in het ongewisse, nog niet hebt gemaakt…

Wat gebeurt er…van het ene moment op het andere stormen er mannen op je af. Breedgeschouderde mannen. ‘Een belangrijk iemand wil met je spreken’, zegt één van die mannen. Omdat je beleefd bent opgevoed en je daarom luistert in plaats van dat je de reling loslaat, gaat het momentum voorbij waarop je het leven middels een ellenlange duikeling had kunnen verlaten. Gespierde handen grijpen je beet en trekken je het volle leven weer in. Dan zie je dat je ineens ook nog het middelpunt bent geworden van de verzamelde pers die daar kennelijk ook aanwezig was. Wilde je in alle eenzaamheid stilletjes het leven verlaten, ben je zomaar het middelpunt van het nieuws geworden. Zit het tegen, dan zit ook alles tegen.

Sterke armen voeren je naar een grote auto. ‘Als je het doet moet je het goed doen,’ hoor je een stem in de auto zeggen: ‘En heb je het goed gedaan, dan?’ vraagt de stem retorisch: ‘Niet al die kut-Koerden in dat kut-Koerdendorp zijn dood, luillebol. Ik wil Koerden-kadavers, en niets anders dan Koerden-kadavers!’. Je komt niet uit de greep van die mannen en je nadert de auto: ‘Oké, schakel me maar door’, gaat de stem verder: ‘Staat het geld al op mijn rekening? Weet je het zeker? Roep de pers erbij en hou zo’n vluchtelingen bootje tegen!’ Je bent nu heel dicht bij de auto met de stem: ‘Welke pers moet je erbij halen? Die journalisten die ik nog niet opgesloten heb, natuurlijk…’ Erdogan. Het is Erdogan in die auto! Je herkent hem van de tv. Als Erdogan jou in de gaten krijgt, legt hij zijn hand over de hoorn: ‘Momentje’, fluistert hij je toe. Maar dan ziet hij de pers en geeft hij je een hand terwijl hij rustig in de telefoon door praat. Zijn helpende hand…?

Boven de foto in de Volkskrant ‘President reikt onderdaan de helpende hand’. Helpend?