Dagboekfragment

Kijk je naar mijn columns, dan zou je denken dat het wel meevalt met de wereld, de laatste tijd. Maar dat is niet zo. Parijs staat na verschillende aanslagen in brand. De daders lijken nog niet eens allemaal gevonden terwijl er meer dan honderdtwintig doden zijn gevallen. Een horror scenario is zich in Europa aan het ontrollen. En ik…ik heb het er nauwelijks over omdat ik zo door mijn eigen sores in beslag wordt genomen.

Gisteren hadden we zo’n heerlijk concert gehoord in het concertgebouw. Hoewel ik natuurlijk beter had moeten weten. Het Nederlands Philharmonisch orkest had het programma niet voor niets de titel ‘Mahler’s voorgevoel’ mee gegeven. Dat had natuurlijk ook Frits’ zijn voorgevoel moeten zijn. Maar dat voorgevoel had ik niet. Ik was onbevangen naar het concert gegaan waar de Kindertotenlieder van Gustave Mahler zouden worden gezongen en gespeeld. Dat werd, op het eerste lied na, fantastisch vertolkt. Echt, andere woorden zijn echt niet van toepassing. Elke zanger of zangeres heeft één lied nodig om de zenuwen bij elkaar te rapen en voor de kunst te gaan; dat is uiteraard het eerste lied. Ook gisterenavond gebeurde dat…maar daarna was het fantastisch. Daarna de vierde symfonie van Schubert. Had hij op zijn negentiende geschreven. Ongelofelijk; wat een talent. Ook die uitvoering was uit de kunst. Het geheel werd voorafgegaan door een stuk van de Duitse componist Peter Ružička. Was gedeeltelijk mooi en spannend. Het wist echter op den duur de spanning niet goed vast te houden. Op twee derde had je het gevoel dat er niets nieuws meer kwam. Jammer. Indrukwekkend was dat Marc Albrechts een korte toespraak hield, vooraf aan het concert, waarmee hij en het orkest zich solidair verklaarde met de omgekomen mensen in Parijs.

Volkomen verzadigd van de heerlijke muziek liepen Josien en ik naar onze fietsen. In de stromende regen. We waren blij dat we onze regenponcho’s hadden meegenomen. Zo, beschermd tegen alle weers-ellende, begonnen we aan onze terugtocht. We maakten lekker vaart om snel thuis te komen zodat we nog even lekker een kopje thee konden drinken terwijl we nagenoten van alle muziek. In mijn hoofd het laatste deel van de vierde symfonie van Schubert. Ik probeerde te ontdekken of je kon horen dat Schubert zo jong was toen hij deze prachtige muziek ontwikkelde. Dat is dus echt niet te horen.

Zo kwamen we in volle vaart uit in de Frederik Hendrik straat…Vlak bij huis dus. Nog vijf minuutjes doortrappen. Josien reed voor me en toen sloeg het noodlot toe. Haar regenponcho haakte aan een stuur van een slecht weggezette fiets. Op dat moment kwam er net een jongen op een scooter aan. Voor mijn neus maakte ze een smakkerd van jewelste. Ik zag haar over de grond schuiven. En toen de scooter. Die nam haar een stukje mee; raakte haar net maar kon haar gelukkig nog net ontwijken. Die arme jongen kreeg de grootste schrik van zijn jonge leven tot nog toe. Hij kon er echt niets aan doen en door zijn koelbloedige optreden heeft hij veel leed voor Josien en mij voorkomen.

Mijn God, ik ben zelden zo geschrokken! Maar in eerste instantie kon ik me niet voorstellen dat het heel ernstig kon zijn; ik ben ook wel eens gevallen. Hoe ze weer op haar rug terecht kwam weet ik niet. Maar ik keek haar in het gehavende gezicht toen ik bij haar knielde. Haar ogen draaide weg. Leken zich onafhankelijk van elkaar te bewegen. Bovendien kwamen er pufjes en andere geluidjes uit haar mond. Ik voelde mezelf in een waanzinnige paniek terecht komen. Voelde me al weduwnaar worden. Ik was zo bang dat ze ion haar eigen braaksel zou stikken. Of iets anders…ik weet niet wat. Die arme jongen was ook volkomen de weg kwijt. Ik vroeg hem snel 112 te bellen en ik geloof dat hij daardoor weer op de wereld terugkwam. Daarna kwamen er bijzonder lieve mensen aangesneld met paraplu’s. Zo lag ze niet zo heel erg in de regen. Na een paniekerige aanval die door haar lijf sidderde, kwam ze weer bij. Pas toen ontdekte ik dat ze een tijd van de wereld weggeweest was. En de regen maar klateren.

Zaterdagavond, dus het was behoorlijk druk bij de ambulancedienst. Daardoor duurde het voor ons eindeloos voordat de ambulance kwam. Het voelde alsof we gered waren toen de mannen in blauw gele pakken het heft in handen namen…

Gelukkig is Josien sterk. Erg veel pijn. En nog pijnlijker om alle onderzoeken op de eerste hulp te doorstaan. Eén verwonding die door de hersenscan naar boven kwam, was echt zorgelijk; het leek alsof haar hersenen een klein wondje hadden opgelopen. Dat was de reden dat ze sowieso in het ziekenhuis moest blijven. Maar er bleken ook twee ribben gebroken. Dat was wat ze in ieder geval vaststelden. Andere foto’s waren door de pijn niet goed mogelijk. Haar schouderblad was niet echt goed te zien terwijl ze daar wel veel pijn heeft. Vanmiddag zal ze zo ongeveer onder zeil worden gebracht om de laatste foto’s en onderzoeken te ondergaan. Ze zal waarschijnlijk vijf dagen in het ziekenhuis moeten blijven… Maakt mij verder niet uit, als het allemaal maar goed komt!

En dan…vandaag zouden we allemaal wat meenemen naar het verjaardagsfeest van mijn moeder…

Als ik dit teruglees is het meer een dagboekfragment dan een column…we laten het zo!